k) habitats voor de voortplanting, de overwintering en/of het voeden van een regelmatige populatie van Zeggekorfslakken (1016), Rivierparelmosselen (1029), Bataafse stroommosselen (1032), Bronslibellen (1041), Mercuurwaterjuffers (1044), Beekprikken (1096), Rivierlampreien (1099), Atlantische zalmen (1106), Bittervoornen (1134), Kamsalamanders (1166), Meervleermuizen (1318), Europese visotters (1355);
k) Habitate zur Fortpflanzung, Uberwinterung und/oder Nahrungssuche für regelmässig vorkommende Populationen folgender Arten: bauchige Windelschnecke (1016), Perlmuschel (1029), Bachmuschel (1032), gekielte Smaragdlibelle (1041), Helm-Azurjungfer (1044), Bachneunauge (1096), Flussneunauge (1099), Lachs (1106), Bitterling (1134), Kammmolch (1166), Teichfledermaus (1318), Fischotter (1355);