3. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1, Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om tegen alle beschikkingen van de raadkamer een hoger beroep in te stellen,
ook wanneer het een verwijzingsbeschikking betreft en dit uitsluitend gesteund op de overweging van een mogelijke grotere genoegdoening bij de verwijzing van een inverdenkinggestel
de naar een Hof van Assisen dan naar ...[+++]een correctionele rechter en dit in tegenstelling tot de inverdenkinggestelde die zelfde recht niet kan laten gelden, behoudens in de gevallen voorzien door artikel 135, § 2, Sv., hoewel deze een zelfde belang als de burgerlijke partij kan nastreven namelijk een grotere kans op de vrijspraak voor een jurygerecht en/of een gelijke beoordeling als voor de strafrechter ?3. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafpro
zessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, gegen alle Beschlüsse der Ratskammer Berufung einzulegen, auch wenn es einen Verweisungsbeschluss betrifft, und zwar ausschliesslich aufgrund der Erwägung einer möglicherweise besseren Genugtuung bei Verweisung eines B
eschuldigten an den ...[+++]Assisenhof als an einen Korrektionalrichter, im Gegensatz zum Beschuldigten, der dasselbe Recht nicht geltend machen kann, ausser in den in Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Fällen, obwohl dieser ein selbes Interesse als die Zivilpartei anstreben kann, nämlich eine grössere Möglichkeit des Freispruchs vor einem Geschworenenkollegium und/oder einer gleichen Beurteilung als vor dem Strafrichter?