1. Wanneer een uitbraak van mond- en klauwzeer dreigt te resulteren in besmet
ting van dieren van zeldzame rassen op landbouwbedrijven of ziektegevoelige dieren in een laboratorium, een dierentuin, een wildpark of een omheind gebied, in overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 92/65/EEG erkende instellingen, instituten of centra, dan wel op plaatsen waar dieren worden gehouden voor wetenschappelijke doeleinden of met het oog op de
bescherming van de soort of van zeldzame rassen, ziet de betrokken lidstaat erop toe dat de nodige
...[+++]maatregelen op het gebied van de bioveiligheid worden genomen om die dieren te beschermen tegen besmetting.
(1) Werden seltene Rassen in landwirtschaftlichen Betrieben infektionsgefährdet oder werden in einem Labor, Zoo, Tierpark, einem Gehege oder in gemäß Artikel 13 Absatz 2 der Richtlinie 92/65/EWG zugelassenen Einrichtungen, Instituten oder Zentren oder an Orten, an denen Tiere zu Versuchszwecken oder zur Erhaltung von Arten oder seltenen Rassen gehalten werden, Tiere empfänglicher Arten infektionsgefährdet, so tragen die betreffenden Mitgliedstaaten dafür Sorge, dass alle angemessenen Biosicherheitsmaßnahmen zum Schutz dieser Tiere vor einer MKS-Infektion getroffen werden.