Dat de kenmerken van de kalkrotsen waaruit de ondergrond is samengesteld van het gebied waarin het project kadert, bekend zijn; dat het zuivere, grijszwarte tot zwarte, al dan niet sterk fossielhoudende, soms meer kleiachtige carbonaten betreft met een gemiddelde dichtheid van 2,6 t/m dat de aanwezige geologische horizonten (formaties en leden) kwantitatief en kwalitatief verenigbaar zijn met het concept van een continue dubbele productie (granulaten en klinkers) (ES, fase 1, p. 53);
Dass die Beschaffenheit des Kalksteins im Boden des für das Vorhaben geplanten Gebiets bekannt ist; dass es sich um schwarzgraue bis schwarze, teilweise stark fossilführende, teilweise eher tonige freie Karbonate mit einer mittleren Dichte von 2,6 t/m; handelt; dass die vorhandenen geologischen Horizonte (Formationen und Schichtglieder) quantitativ und qualitativ mit dem Konzept einer fortlaufenden zweigleisigen Produktion (Gesteinskörnungen und Klinker) zu vereinbaren sind (UVP, Phase 1, S. 53);