1. De lidstaten zien erop toe dat de in artikel 1, lid 2, onder c), bedoelde boordsystemen en de onderdelen daarvan aan boord van de in artikel 3, lid 5, bedoelde staatsluchtvaartuigen voor transportdoeleinden, de lucht-grondtoepassingen ondersteunen die zijn gedefinieerd in de in bijlage III, punten 2 en 3, genoemde ICAO-normen.
(1) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die in Artikel 1 Absatz 2 Buchstabe c genannten Bordsysteme und deren an Bord von in Artikel 3 Absatz 5 genannten Transport-Staatsluftfahrzeugen installierte Komponenten die in den in Anhang III Nummern 2 und 3 genannten ICAO-Normen festgelegten Bord/Boden-Anwendungen unterstützen.