« Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 27 februari 1987 [betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de verplichting oplegt rekening te houden, bij de beoordeling van de toe te kennen uitkering aan een gehandicapte, m
et de inkomsten van deze laatste alsook met die van zijn e
chtgenoot of van de persoon met wie de gehandicapte een gezin vormt, in de veronderstelling dat beide echtgenoten of de beide personen die een gezin vormen beiden gehandicapt zijn en om het voordeel van
...[+++]de uitkeringen verzoeken, wat inhoudt dat wanneer de echtgenoten beroepsinkomsten of een vervangingsinkomen genieten, een tweevoudige aftrek van die inkomsten wordt gedaan met als gevolg dat het paar waarvan beiden gehandicapt zijn, dan lagere inkomsten geniet dan een soortgelijk paar zou genieten dat onder dezelfde omstandigheden over geen beroepsinkomsten of vervangingsinkomen beschikt, terwijl de behoeften dezelfde zijn ?« Verstösst Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 27. Februar 1987 [über die Behindertenbeihilfen] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er vorschreibt, dass bei der Ermittlung des Betrags der zu gewährenden Behindertenbeihilfe die Einkünfte des Behinderten zu berücksichtigen sind, sowie diejenigen seines
Ehegatten oder der Person, mit der er einen Haushalt bildet, falls beide Ehegatten bzw. beide einen Haushalt bildenden Personen beide behindert sind und den Vorteil der Beihilfen beantragen, so dass, wenn die Eheleute Berufseinkünfte oder ein Ersatzeinkommen beziehen,
ein doppelter Abzug ...[+++]dieser Einkünfte vorgenommen wird, was dazu führt, dass das Behindertenpaar niedrigere Einkünfte geniesst als diejenigen, die ein Behindertenpaar ohne Berufseinkünfte oder Ersatzeinkommen unter den gleichen Umständen geniessen würde, während die Bedürfnisse gleich sind?