2. Nadat de minuut van het arrest is ondertekend door de president, de rechters die aan de beraadslaging hebben deelgenomen en de griffier, wordt het van het zegel van het Hof voorzien en ter griffie gedeponeerd; een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt aan elk van de partijen betekend en, in voorkomend geval aan de verwijzende rechter, aan de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden en aan het Gerecht.
(2) Der Präsident, die Richter, die an der Beratung mitgewirkt haben, und der Kanzler unterzeichnen die Urschrift des Urteils, die sodann mit einem Siegel versehen und in der Kanzlei hinterlegt wird; den Parteien und gegebenenfalls dem vorlegenden Gericht, den in Artikel 23 der Satzung bezeichneten Beteiligten und dem Gericht wird eine Ausfertigung der Urschrift zugestellt.