Zoals vermeld in overweging 4 heeft de Commissie bij Toepassingsverordening (EU) nr. 1331/2014 met het oog op de mogelijke toepassing met terugwerkende kracht van antidumping- en compenserende maatregelen uit hoofde van artikel 10, lid 4, van de basisverordening en artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (21) (de „antisubsidiebasisverordening”) de invoer van het betrokken product van oorsprong uit de VRC en Taiwan aan registratie onderworpen.
Wie in Erwägungsgrund 4 erwähnt, veranlasste die Kommission mit der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 1331/2014, dass die Einfuhren der betroffenen Ware mit Ursprung in der VR China und in Taiwan zollamtlich erfasst werden; dies erfolgte mit Blick auf die mögliche rückwirkende Anwendung der Antidumping- und Antisubventionsmaßnahmen nach Artikel 10 Absatz 4 der Grundverordnung und Artikel 16 Absatz 4 der Verordnung (EG) Nr. 597/2009 des Rates vom 11. Juni 2009 über den Schutz gegen subventionierte Einfuhren aus nicht zur Europäischen Gemeinschaft gehörenden Ländern (21) (im Folgenden „Antisubventions-Grundverordnung“).