Het gehalte aan zetmeel, overeenkomstig de methode opgenomen in bijlage I, titel 1, bij Richtlijn 72/199/EEG, berekend op de droge stof, mag niet meer bedragen dan 28 gewichtspercenten en het gehalte aan vet, overeenkomstig methode A opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 84/4/EEG, berekend op de droge stof, mag niet meer bedragen dan 4,5 gewichtspercenten.
Ihr Stärkegehalt, bestimmt nach der Methode gemäß Anhang I, Ziffer 1 der Richtlinie 72/199/EWG der Kommission und bezogen auf die Trockenmasse, darf 28 GHT nicht übersteigen. Der Fettgehalt, bestimmt nach der Methode A in Anhang I der Richtlinie 84/4/EWG der Kommission und bezogen auf die Trockenmasse, darf 4,5 GHT nicht übersteigen.