G. overwegende dat de partijen, in t
egenstelling tot de aanbeveling in de resolutie van het Europees Parlement van 24 oktober 2002 inzake de 12de bijeenkomst van de partijen bij deOvereenkomst inzake de internationale handel
in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten (CITES) , op de 12de bijeenkomst van de COP een voorstel goedkeurden om de handel in ivoor door Botswana, Namibië en Zuid-Afrika toe te sta
an en dat niettemin binnen de door d ...[+++]e 12de bijeenkomst van de COP gestelde tijdslimiet niet werd voldaan aan de voorwaarden die in dat besluit werden vastgelegd,
G. in der Erwägung, dass die Vertragsparteien des Übereinkommens, entgegen der in der Entschließung des Europäischen Parlaments vom 24. Oktober 2002 zu der 12. Konferenz der Vertragsparteien des Übereinkommens über den internationalen Handel mit gefährdeten Arten frei lebender Tiere und Pflanzen (CITES) enthaltenen Empfehlung, bei ihrer 12. Tagung einen Vorschlag angenommen haben, dem zufolge der Elfenbeinhandel durch Botswana, Namibia und Südafrika zulässig ist; in der Erwägung, dass die in dem Beschluss festgelegten Bedingungen jedoch innerhalb der von der 12.