16. herinnert eraan dat seksuele voorlichting met genderaspecten rekening moet houden, d.w.z. dat rekening moet worden gehouden met de bijzondere gevoeligheden van jongens en meisjes, op jeugdige leeftijd moet beginnen en tot het bereiken van de volwassenheid moet worden voortgezet, met een aan de verschillende ontwikkelingsstadia van de betrokkenen aangepaste benadering, en met oog voor verschillende levenswijzen, waarbij gepaste aandacht moet worden geschonken aan ziekten die door seksueelverkeer zijn overgedragen (met name HIV/aids);
16. erinnert daran, dass Sexualerziehung auf geschlechtsspezifische Art und Weise vermittelt werden sollte, d.h. dass den besonderen Sensibilitäten von Jungen und Mädchen Rechnung getragen werden muss, angefangen im Kindesalter bis zum Erwachsenenalter, wobei in den einzelnen altersspezifischen Entwicklungsstufen ein gezielter Ansatz unter Berücksichtigung der unterschiedlichen Lebensweisen vorzusehen ist; dabei sollte den sexuell übertragbaren Krankheiten (z.B. HIV/Aids) gebührende Aufmerksamkeit geschenkt werden;