De bestreden bepaling, en in het bijzonder paragraaf 1 ervan, behoudt aldus het voordeel van een benoeming in de hoedanigheid van commissaris met horizontale inschaling, dat wil zeggen zonder verlies van de geldelijke anciënniteit, uitsluitend voor aan de categorie van de aangestelde commissarissen die voormalige leden zijn van de BOB en houder van een brevet.
Die angefochtene Bestimmung - und insbesondere ihr Paragraph 1 - behält somit den Vorteil einer Ernennung in der Eigenschaft als Kommissar mit horizontaler Einstufung, das heisst ohne Verlust des finanziellen Dienstalters, ausschliesslich der Kategorie der eingesetzten Kommissare, die ehemalige Mitglieder der BSR und Inhaber eines Brevets sind, vor.