Vermits de Grondwetgever uitdrukkelijk van oordeel is geweest dat de andere grondwettelijke principes niet eraan in de weg staan dat de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd wordt gemaakt om uitspraak te doen over een weigering van benoeming tot burgemeester in de randgemeenten, kan het toekennen van die bevoegdheid niet strijdig worden bevonden met de in het middel aangevoerde bepalingen en beginselen.
Da der Verfassungsgeber ausdrücklich der Auffassung gewesen ist, dass die anderen Verfassungsgrundsätze nicht verhindern, dass die Generalversammlung der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates für zuständig erklärt wird, über eine Verweigerung der Ernennung zum Bürgermeister in den Randgemeinden zu befinden, kann nicht davon ausgegangen werden, dass die Erteilung dieser Befugnis im Widerspruch zu den im Klagegrund angeführten Bestimmungen und Grundsätzen stehen würde.