5. is van mening dat het leren van talen, bijvoorbeeld de talen van aangrenzende lidstaten, aangemoedigd moet worden; is verder van mening dat het met het oog op het versterken van de sociale en culturele integratie binnen de Euregio's en het vergemakkelijken van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit voor grensbewoners of voor gemeenschappen waar meerderheids- en minderheidsgroeperingen samen leven, wenselijk is elkaars taal te leren;
5. ist der Ansicht, dass das Erlernen anderer Sprachen, beispielsweise der Sprache benachbarter Mitgliedstaaten, gefördert werden sollte; hält es zudem für wünschenswert, dass die Einwohner von Grenzregionen oder gemischte Mehrheits-/Minderheitsgemeinschaften die jeweils andere Sprache beherrschen, um die soziale und kulturelle Integration in den Euregios zu verbessern und die grenzüberschreitende Mobilität der Arbeitnehmer zu erleichtern;