Overwegende dat het aanhouden door de centrale banken van door de overheidssector uitgegeven munten die op het krediet van de overheidssector zijn geboekt, een vorm van renteloos krediet aan de overheidssector vormt; dat deze praktijk evenwel, indien zij slechts op beperkte bedragen betrekking heeft, het beginsel van artikel 104 van het Verdrag
niet in het geding brengt en dat derhalve, gezien de moeilijkheden die zouden voortvloeien uit een totaal verbod op deze vorm van krediet, zij kan worden toegelaten binnen de door deze verorde
...[+++]ning vastgestelde limiet;
Bestände der Zentralbanken an vom öffentlichen Sektor ausgegebenen Münzen, die dessen Konto gutgeschrieben wurden, stellen einen zinslosen Kredit dar, der dem öffentlichen Sektor gewährt wird. Handelt es sich bei diesen Beständen jedoch nur um begrenzte Beträge, so wird der Grundsatz des Artikels 104 des Vertrages durch diese Praxis nicht in Frage gestellt, so daß diese Art von Kredit in Anbetracht der Schwierigkeiten, die ihr völliges Verbot aufwerfen würde, in dem in dieser Verordnung festgelegten Umfang zugelassen werden kann.