De artikelen 18, § 2, en 25 van de wet van 23 mei 1990, zoals zij door de verwijzende rechter worden geïnterpreteerd, hebben tot gevolg dat artikel 6, 4°, van de in het geding zijnde wet niet van toepassing is op de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf uitgesproken bij een bij verstek gewezen vonnis dat niet in kracht van gewijsde is gegaan.
In ihrer Auslegung durch den vorlegenden Richter haben die Artikel 18 § 2 und 25 des Gesetzes vom 23. Mai 1990 zur Folge, dass Artikel 6 Nr. 4 des fraglichen Gesetzes nicht auf die Vollstreckung eines Europäischen Haftbefehls zum Zwecke der Vollstreckung einer Strafe anwendbar ist, die durch ein noch nicht rechtskräftig gewordenes Abwesenheitsurteil verhängt wurde.