Aan het Hof is een vraag gesteld over de verenigbaarheid van die bepalingen met artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre in geen enkele schadeloosstelling is voorzien ten voordele van de eigenaar van een terrein waarvoor een bouwverbod geldt als gevolg van een beschermingsbesluit, terwijl in een schadeloosstelling is voorzien bij artikel 81 van het BWRO ten voordele van de eigenaar van een terrein waarvoor een bouwverbod geldt als gevolg van een plan van aanleg met bindende kracht.
Der Gerichtshof wird befragt zur Vereinbarkeit dieser Bestimmungen mit Artikel 16 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikeln 10 und 11 und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern keine Entschädigung vorgesehen sei zugunsten des Eigentümers eines Grundstücks, das mit einem Bauverbot belegt sei infolge eines Unterschutzstellungserlasses, während in Artikel 81 des CoBAT eine Entschädigung vorgesehen sei zugunsten des Eigentümers eines Grundstücks, das von einem Bauverbot betroffen sei infolge eines verbindlich gewordenen Raumordnungsplans.