In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 6, 7, 14 en 19, § 1, van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde.
In Sachen: Präjudizielle Frage in bezug auf die Artikel 6, 7, 14 und 19 § 1 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 über das Dringlichkeitsverfahren in bezug auf die Enteignung zu gemeinnützigen Zwecken, gestellt vom Gericht erster Instanz Oudenaarde.