Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «aanmerking wordt genomen die hij daarvóór onder statuut heeft verworven » (Néerlandais → Allemand) :

Om de in B.5 aangegeven redenen kan immers worden aangenomen dat de wetgever, wanneer hij verwijst naar de periodes in « dienst bij dezelfde werkgever », niet heeft willen uitsluiten dat voor de berekening van de opzeggingstermijn van een werknemer de anciënniteit in aanmerking wordt genomen die hij daarvóór onder statuut heeft verworven.

Aus den in B.5 dargelegten Gründen kann nämlich angenommen werden, dass der Gesetzgeber hinsichtlich der Zeiträume « des Dienstes bei demselben Arbeitgeber » nicht ausschliessen wollte, dass zur Berechnung der Kündigungsfrist eines Angestellten das Dienstalter berücksichtigt wird, das er zuvor unter Statut erworben hat.


In afwijking van het eerste lid en op voorwaarde dat de aanvrager de herziening als natuurlijke persoon heeft aangevraagd of indien de aanvrager en de overledene krachtens titel 4, hoofdstuk 1, van het Waalse Landbouwwetboek erkend zijn als de twee enige leden van dezelfde groepering van natuurlijke personen, kan het overlijden van de meewerkend echtgenoot in aanmerking ...[+++]

Abweichend von Absatz 1 und unter der Bedingung, dass der Antragsteller die Revision als natürliche Person beantragt hat, oder dass der Antragsteller und der Verstorbene kraft Titel 4, Kapitel 1 des Wallonischen Gesetzbuches über die Landwirtschaft als die einzigen beiden Mitglieder derselben Vereinigung von natürlichen Personen identifiziert worden sind, kann der Tod des mithelfenden Ehepartners in Betracht gezogen werden, wenn dieser ...[+++] zum Zeitpunkt seines Ablebens entweder 1° mithelfender Ehepartner ist, 2° im Sinne von Artikel 7bis § 1 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen als mithelfender Ehepartner gilt.


Uit het voorgaande volgt dat het basisprincipe voor de berekening van het ambtenarenpensioen is dat de wedde verbonden aan het ambt waarin de ambtenaar vast is benoemd, in aanmerking wordt genomen, zelfs indien hij een ander ambt heeft uitgeoefend (artikel 8, § 1, tweede lid, derde zin, van de wet van 21 juli 1844), onder ...[+++]

Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass das Grundprinzip zur Berechnung der Pension des Bediensteten darin besteht, das Gehalt zu berücksichtigen, das mit dem Amt zusammenhängt, in das der Bedienstete endgültig ernannt wurde, selbst wenn dieser ein anderes Amt ausgeübt hat (Artikel 8 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Gesetzes vom 21. Juli 1844), vorbehaltlich dessen, dass einerseits gewisse Mandate endgültigen Ernennungen gleichgestellt werden können (Artikel 8 § 1 Absatz 3) und dass andererseits ebenfalls Gehaltszuschläge zur Bestimmung d ...[+++]


« Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat het eerste lid van hetzelfde artikel, dat stelt dat wanneer de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan (in de loop van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag uitwerking heeft) een inkomen als bestaansmiddel in ...[+++]

« Verstößt Artikel 10 Absatz 3 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass Absatz 1 desselben Artikels, der besagt, dass, wenn der Betreffende und/oder die Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, (im Laufe des Zeitraums von zehn Jahren, der dem Datum, an dem der Beschluss wirksam wird, vorausgeht) bewegliche oder ...[+++]


« Schendt artikel 82, §§ 2 tot 4, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in die zin geïnterpreteerd dat het alleen toestaat de periodes die zijn gepresteerd in het kader van een arbeidsovereenkomst, met uitsluiting van de periodes die daarvóór onder statuut zijn gepresteerd, in aanmerking te nemen voor de vaststelling van de anciënniteit met he ...[+++]

« Verstösst Artikel 82 §§ 2 bis 4 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge, dahingehend ausgelegt, dass er bei der Festsetzung des Dienstalters zur Berechnung der Kündigungsfrist eines Angestellten nur die Berücksichtigung der Zeiträume, während deren die Arbeit im Rahmen eines Arbeitsvertrags geleistet wurde, erlaubt, wobei die vorherigen Zeiträume der unter Statut geleisteten Arbeit ausgeschlossen werden, gegen die Artik ...[+++]


« Schendt artikel 82, §§ 2 tot 4, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in die zin geïnterpreteerd dat het alleen toestaat de periodes die zijn gepresteerd in het kader van een arbeidsovereenkomst, met uitsluiting van de periodes die daarvóór onder statuut zijn gepresteerd, in aanmerking te nemen voor de vaststelling van de anciënniteit met he ...[+++]

« Verstösst Artikel 82 §§ 2 bis 4 des Gesetzes vom 3hhhhqJuli 1978 über die Arbeitsverträge, dahingehend ausgelegt, dass er bei der Festsetzung des Dienstalters zur Berechnung der Kündigungsfrist eines Angestellten nur die Berücksichtigung der Zeiträume, während deren die Arbeit im Rahmen eines Arbeitsvertrags geleistet wurde, erlaubt, wobei die vorherigen Zeiträume der unter Statut geleisteten Arbeit ausgeschlossen werden, gegen die Artik ...[+++]


(2) Bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2006 in zaak C-310/04 is hoofdstuk 10 bis van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wegens schending van het evenredigheidsbeginsel nietig verklaard, waarbij met name is gewezen op de omstandigheid dat "de Raad, die Verordening (EG) nr. 864/2004 heeft vastgesteld, voor het Hof niet heeft aangetoond dat hij bij de vaststelling van de bij die verordening ingestelde nieuwe steunregeling voor katoen zijn ...[+++]

(2) Mit dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 7. September 2006 in der Rechtssache C-310/04 wurde Titel IV Kapitel 10a der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates wegen Verstoß gegen den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit für nichtig erklärt, insbesondere aufgrund des Umstands, dass "der Rat, der Urheber der Verordnung (EG) Nr. 864/2004, vor dem Gerichtshof nicht belegt ...[+++]


(2) Bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2006 in zaak C-310/04 is hoofdstuk 10 bis van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wegens schending van het evenredigheidsbeginsel nietig verklaard, waarbij met name is gewezen op de omstandigheid dat "de Raad, die Verordening (EG) nr. 864/2004 heeft vastgesteld, voor het Hof niet heeft aangetoond dat hij bij de vaststelling van de bij die verordening ingestelde nieuwe steunregeling voor katoen zijn ...[+++]

(2) Mit dem Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 7. September 2006 in der Rechtssache C-310/04 wurde Titel IV Kapitel 10a der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates wegen Verstoß gegen den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit für nichtig erklärt, insbesondere aufgrund des Umstands, dass "der Rat, der Urheber der Verordnung (EG) Nr. 864/2004, vor dem Gerichtshof nicht belegt ...[+++]


« Schenden artikel 8, § 2, van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht - geïnterpreteerd, enerzijds, in die zin dat het eveneens het statuut van de kandidaat-beroepsofficieren regelt die, doordat ze uit het actief kader komen, reeds benoemd zijn in de graad van onderluitenant van het actief kader, zoals het tijdelijk kader, en geïnterpreteerd, anderzijds, in die zin dat het eveneens artikel 18 van de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School impliciet heeft opgeheven, en artikel 39, § 1, eerste lid, van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medische die ...[+++]

« Verstossen Artikel 8 § 2 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 bezüglich des Offiziersbestands und der Rechtsstellungen des Personals der Streitkräfte, einerseits dahingehend ausgelegt, dass er auch die Rechtsstellung der Berufsoffiziersanwärter bestimmt, die, weil sie aus dem aktiven Kader hervorgegangen sind, schon in den Grad eines Unterleutnants des aktiven Kaders ernannt worden sind, so wie das zeitweilige Kader, und andererseits dahingehend ausgelegt, dass er auch Artikel 18 des Gesetzes vom 18. März 1838 über die Organisation der Königlichen Militärschule implizit aufgehoben hat, und Artikel 39 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 1. März 1958 bezüglich der Rechtsstellung der Berufsoffiziere der Land-, Luft- und Seestreitkräfte und des Sanitätsd ...[+++]


w