20. vestigt de aandacht op het feit dat de kenmerken van regio's in aanmerking dienen te worden genomen bij het plannen van regionale ontwikkelingsstrategieën; is in dit verband, en gezien het model dat met de op een bottom-up-aanpak stoelende strategieën voor plattelandsontwikkeling (LEADER) aan plattelandsgebieden wordt geboden, van mening dat bottom-up-initiatieven inzake lokale ontwikkeling voor stedelijke gebieden moeten worden aangemoedigd;
20. hebt hervor, dass die Charakteristiken der Regionen berücksichtigt werden müssen, wenn regionale Entwicklungsstrategien geplant werden; vertritt in diesem Zusammenhang die Auffassung, dass die Bottom up-Initiativen zur Unterstützung der lokalen Entwicklung für die städtischen Gebiete gefördert werden sollten, nach dem Beispiel der Bottom-up-Konzepte für Entwicklungsstrategien für ländliche Gebiete (LEADER);