E. overwegende dat de eerste, door de Raad goedgekeurde actieplannen met Marokko, Tunesië, Jordanië, Israël en de Palestijnse Nationale Autoriteit de Unie en de partnerlanden ertoe verbinden een nauwe, niet exclusieve dialoog te voeren, en moeten streven naar een coherente en gemeenschappelijke regionale aanpak,
E. in der Erwägung, dass die ersten Aktionspläne mit Marokko, Tunesien, Jordanien, Israel und der Palästinensischen Autonomiebehörde, die vom Rat angenommen wurden, die Union und die Partnerländer zu einem engen Dialog verpflichten, ohne ein Land auszuschließen, und dass dabei ein kohärenter und gemeinsamer regionaler Ansatz verfolgt werden muss,