1. Bij niet-zuivering van een TIR-operatie zijn de bevoegde autoriteiten niet gerechtigd van de aansprakelijke organisatie betaling te eisen van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen, tenzij deze autoriteiten, binnen een jaar nadat zij het TIR-carnet hebben ingeschreven, de aansprakelijke organisatie schriftelijk in kennis hebben gesteld van de niet-zuivering.
(1) Ist ein TIR-Versand nicht erledigt worden, so können die zuständigen Behörden vom bürgenden Verband die Entrichtung der in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge nur verlangen, wenn sie dem bürgenden Verband innerhalb eines Jahres nach der Annahme des Carnet TIR durch die Zollbehörden die Nichterledigung schriftlich mitgeteilt haben.