Jeugdwerkers die bij hun aanstelling in een ondersteunde jeugdvoorziening geen houder zijn van het in artikel 5, § 3, eerste lid, 2°, a), vermelde diploma van het hoger sociaal-pedagogisch onderwijs moeten uiterlijk in het jaar na hun aanstelling een voortgezette opleiding volgen over de bescherming van jonge mensen tegen verwaarlozing, geweld en seksueel misbruik.
Jugendarbeiter, die bei Einstellung in einer geförderten Jugendeinrichtung nicht das in Artikel 5 § 3 Absatz 1 Nummer 2 Buchstabe a) genannte Hochschuldiplom im sozialpädagogischen Bereich besitzen, müssen spätestens im Jahr nach ihrer Einstellung einer Weiterbildung zum Thema des Schutzes von jungen Menschen vor Vernachlässigung, Gewalt und sexuellem Missbrauch folgen.