Vertaling van "aantal 65-plussers " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

65+ | 65-plusser | bejaarde | ouderen
alter Mensch | Betagte | Betagter | Seneszente

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

* Het aantal 65-plussers zal naar verwachting van 61 miljoen in 2000 tot 103 miljoen in 2050 stijgen en het aantal 80-plussers van 14 miljoen tot 38 miljoen [64].
* Die Zahl der über 65-jährigen wird von 61 Mio. im Jahr 2000 auf 103 Mio. im Jahr 2050 ansteigen, die Zahl der über 80-jährigen von 14 Mio. auf 38 Mio. [64]

Naar verwachting zal het aantal 15- tot 24-jarigen in de periode 2005-2050 met een kwart afnemen en van 12,6% naar 9,7% dalen, terwijl het aandeel van de 65-plussers van 16,4% tot 29,9% zal stijgen.[5] Het groenboek vestigt de aandacht op de implicaties van deze ontwikkelingen en gaat daarbij in het bijzonder in op jongeren.
Die Anzahl der Jugendlichen zwischen 15 und 24 wird zwischen 2005 und 2050 voraussichtlich um ein Viertel – von 12,6 auf 9,7 % – zurückgehen, während die Altersgruppe 65 + von 16,4 auf 29,9 % anwachsen wird[5].

Enig overleg lijkt me echter onontbeerlijk, want de Europese Unie en de lidstaten moeten op korte termijn een oplossing vinden voor nieuwe economische en demografische uitdagingen, zoals de verwachting dat het aantal 65-plussers ten opzichte van het aantal burgers in de productieve leeftijd zal toenemen tot 53 procent in 2060.
Natürlich sollte hier unbedingt beratschlagt werden, da die Europäische Union und die Mitgliedstaaten umgehend auf ökonomische und demografische Herausforderungen reagieren müssen. Ich denke hier beispielsweise an die Prognose, dass die Anzahl der Menschen über 65 Jahre bis zum Jahr 2060 auf 53 % steigen wird.

C. overwegende dat volgens de huidige cijfers het aantal mensen dat de arbeidsmarkt betreedt, dalende is (de beroepsbevolking in de EU zal vanaf 2012 beginnen te krimpen) en dat het aantal gepensioneerden toeneemt (in 2008 waren er in de EU vier werkenden per 65-plusser, in 2020 zal de verhouding vijf op een zijn en in 2060 twee op een); overwegende dat deze ontwikkeling als gevolg van demografische verschillen per lidstaat varieert,
C. in der Erwägung, dass nach den gegenwärtigen Daten die Zahl derer, die ihr Erwerbsleben aufnehmen, zurückgeht (die EU-Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter wird ab 2012 abnehmen) und die Zahl der Ruheständler zunimmt (2008 werden vier EU-Bürger im erwerbsfähigen Alter auf einen EU-Bürger im Alter von 65 Jahren oder älter kommen, bis 2020 wird dieses Verhältnis fünf zu eins betragen, und bis zum Jahr 2060 zwei zu eins); in der Erwägung, dass diese Entwicklung je nach den demografischen Unterschieden in den einzelnen Mitgliedstaaten unterschiedlich ausfällt,

In 2050 zal het aantal 65-plussers in de EU met 70% zijn toegenomen.
Bis zum Jahr 2050 wird die Zahl der über 65-jährigen EU-Bürger um 70 % ansteigen.

Tussen 2005 en 2030 zal het aantal 65-plussers stijgen tot 52,3% van de bevolking (+40 miljoen), terwijl de groep mensen tussen 15 en 64 jaar met 6,8% zal afnemen (- 21 miljoen).
Zwischen 2005 und 2030 wird die Anzahl der Personen von über 65 Jahren auf 52,3 % der Bevölkerung ansteigen (+40 Millionen), während die Gruppe der Personen zwischen 15 und 64 Jahren um 6,8 % (–21 Millionen) zurückgehen wird.