Het Gerecht in staat te stellen de achterstand als gevolg van de gestage toename van het aantal aanhangige zaken weg te werken, en zich beter te houden aan het beginsel van "behandeling binnen een redelijke termijn" zoals dat is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Hierdurch soll das Gericht in die Lage versetzt werden, die Rückstände aufzuarbeiten, die durch die ständig zunehmende Zahl anhängiger Rechtssachen aufgelaufen sind, und den „Grundsatz der angemessenen Frist“ für Verfahren zu achten, der in der Charta der Grundrechte und der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten verankert ist.