Beide instellingen zijn van mening dat, gezien het zeer grote aantal k/m/v-stoffen dat in ontelbare producten voorkomt, de door het Parlement gewenste uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijn, een enorme opgave zou zijn en zou betekenen dat de risicofactor van honderden stoffen bepaald moet worden.
Beide Organe sind nämlich der Auffassung, dass es wegen der Vielzahl krebserregender, erbgutverändernder bzw. fortpflanzungsgefährdender Stoffe einen unverhältnismäßig großen Aufwand darstellen würde, den vom Anwendungsbereich auszuweiten, wie das Parlament es gefordert hat, da dies eine Risikoabschätzung für Hunderte von Stoffen erfordern würde.