Vertaling van "aantal permanente instrumenten " (Nederlands → Duits) :

55. is van mening dat innovatieve Europese bedrijven niet alleen subsidies nodig hebben, maar ook betere wetgeving, betere banden met de onderzoeksector en een betere en meer diverse toegang tot middelen en financiering, van subsidies tot leningen en aandelenfinanciering; roept de lidstaten en de Commissie daarom op om op nationaal en Europees niveau de juiste voorwaarden te scheppen voor vergroting van het aandeel van de particuliere sector in OO-investeringen; onderstreept de noodzaak publiek-private partnerschappen op dit gebied te verbeteren, onder meer door vermindering van de administratieve rompslomp en stroomlijning van bestaande procedures; benadrukt in dit verband de belangrijke rol die de EIB en het EIF moeten spelen en is in het bijzonder van mening dat het aantal permanente instrumenten met risicodeling die de EIB via de FFRD aanbiedt uitgebreid moet worden, in het bijzonder ter ondersteuning van KMO's;
55. ist der Ansicht, dass innovative europäische Unternehmen nicht nur Subventionen brauchen, sondern auch eine bessere Rechtssetzung, bessere Verbindungen zu den Forschungsgrundlagen und einen besseren und weiter gefächerten Zugang zu Finanzmitteln und Finanzierungen, von Zuschüssen bis hin zu Darlehen und Eigenfinanzierung; fordert daher die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auf nationaler und europäischer Ebene die richtigen Bedingungen dafür zu schaffen, dass der private Sektor seinen Anteil an den Investitionen in Forschung und Entwicklung erhöht; unterstreicht die Notwendigkeit, öffentlich-private Partnerschaften in diesem Bereich zu verbessern, u. a. durch einen Abbau der Bürokratie und die Straffung bestehender Verfahren; unterstreicht in dieser Hinsicht die wichtige Rolle, die die EIB und der EIF übernehmen sollten, und ist insbesondere der Auffassung, dass die von der EIB über den RSFF angebotenen ständigen Instrumente auf Risikoteilungsbasis insbesondere zur Unterstützung von KMU erweitert werden sollten;

54. is van mening dat innovatieve Europese bedrijven niet alleen subsidies nodig hebben, maar ook betere wetgeving, betere banden met de onderzoeksector en een betere en meer diverse toegang tot middelen en financiering, van subsidies tot leningen en aandelenfinanciering; roept de lidstaten en de Commissie daarom op om op nationaal en Europees niveau de juiste voorwaarden te scheppen voor vergroting van het aandeel van de particuliere sector in OO-investeringen; onderstreept de noodzaak publiek-private partnerschappen op dit gebied te verbeteren, onder meer door vermindering van de administratieve rompslomp en stroomlijning van bestaande procedures; benadrukt in dit verband de belangrijke rol die de EIB en het EIF moeten spelen en is in het bijzonder van mening dat het aantal permanente instrumenten met risicodeling die de EIB via de FFRD aanbiedt uitgebreid moet worden, in het bijzonder ter ondersteuning van KMO's;
54. ist der Ansicht, dass innovative europäische Unternehmen nicht nur Subventionen brauchen, sondern auch eine bessere Rechtssetzung, bessere Verbindungen zu den Forschungsgrundlagen und einen besseren und weiter gefächerten Zugang zu Finanzmitteln und Finanzierungen, von Zuschüssen bis hin zu Darlehen und Eigenfinanzierung; fordert daher die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auf nationaler und europäischer Ebene die richtigen Bedingungen dafür zu schaffen, dass der private Sektor seinen Anteil an den Investitionen in Forschung und Entwicklung erhöht; unterstreicht die Notwendigkeit, öffentlich-private Partnerschaften in diesem Bereich zu verbessern, u. a. durch einen Abbau der Bürokratie und die Straffung bestehender Verfahren; unterstreicht in dieser Hinsicht die wichtige Rolle, die die EIB und der EIF übernehmen sollten, und ist insbesondere der Auffassung, dass die von der EIB über den RSFF angebotenen ständigen Instrumente auf Risikoteilungsbasis insbesondere zur Unterstützung von KMU erweitert werden sollten;

34. dringt in het kader van een formeel akkoord tussen de EU en de OVSE aan op serieuze bespiegelingen over de wijze waarop de EU meer verantwoordelijkheden op zich kan nemen en doeltreffender kan bijdragen aan de verwezenlijking van de gezamenlijke doelstellingen, waarbij de instelling van een mechanisme van permanente dialoog, het maken van afspraken over gemeenschappelijke initiatieven en coördinatie van lokale activiteiten geschikte instrumenten kunnen zijn; verzoekt de EU en haar lidstaten en de Permanente Raad van de OVSE gezamenlijk een mechanisme te ontwikkelen voor meer samenwerking, coördinatie en overleg tussen de beide organisaties; benadrukt, gezien het feit dat de OVSE in artikel 220, lid 1, VWEU expliciet is toegevoegd aan de lijst van internationale organisaties waarmee „dienstige samenwerking” tot stand moet worden gebracht, dat de VV/HV als coördinator moet fungeren inzake het standpunt van de EU-lidstaten over OVSE-kwesties; benadrukt de noodzaak om op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies doeltreffende samenwerkingsmechanismen tussen de Parlementaire Assemblee van de OVSE en het Europees Parlement in te stellen om in bepaalde gevallen een aantal tekortkomingen te verhelpen;
34. fordert im Kontext einer formalen Vereinbarung zwischen der EU und der OSZE ernsthafte Überlegungen darüber, wie die EU mehr Verantwortung übernehmen und sich effizienter an der Verwirklichung gemeinsamer Ziele beteiligen kann, wobei die Implementierung eines Mechanismus des beständigen Dialogs, die Verabredung gemeinsamer Initiativen sowie die Koordinierung von Aktivitäten vor Ort hierfür geeignete Instrumente sein können; fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten sowie den Ständigen Rat der OSZE auf, gemeinsam einen Mechanismus zu entwickeln, mit dem die Zusammenarbeit, die Koordinierung und die Konsultationen zwischen den beiden Organisationen verbessert werden können; verweist auch in Anbetracht der Tatsache, dass durch Artikel 220 Absatz 1 AEUV die OSZE ausdrücklich zu den internationalen Organisationen hinzugefügt wurde, mit denen eine „zweckdienliche Zusammenarbeit“ hergestellt werden soll, mit Nachdruck darauf, dass die Vizepräsidentin/Hohe Vertreterin den Standpunkt der EU-Mitgliedstaaten zu OSZE-Angelegenheiten koordinieren muss; erachtet es als notwendig, auf dem Gebiet der Wahlbeobachtungsmissionen wirksame Mechanismen der Zusammenarbeit zwischen der Parlamentarischen Versammlung der OSZE und dem Europäischen Parlament zu schaffen, durch die einige Einschränkungen, zu denen es in bestimmten Fällen gekommen ist, überwunden werden können;

33. dringt in het kader van een formeel akkoord tussen de EU en de OVSE aan op serieuze bespiegelingen over de wijze waarop de EU meer verantwoordelijkheden op zich kan nemen en doeltreffender kan bijdragen aan de verwezenlijking van de gezamenlijke doelstellingen, waarbij de instelling van een mechanisme van permanente dialoog, het maken van afspraken over gemeenschappelijke initiatieven en coördinatie van lokale activiteiten geschikte instrumenten kunnen zijn; verzoekt de EU en haar lidstaten en de Permanente Raad van de OVSE gezamenlijk een mechanisme te ontwikkelen voor meer samenwerking, coördinatie en overleg tussen de beide organisaties; benadrukt, gezien het feit dat de OVSE in artikel 220, lid 1, VWEU expliciet is toegevoegd aan de lijst van internationale organisaties waarmee "dienstige samenwerking" tot stand moet worden gebracht, dat de VV/HV als coördinator moet fungeren inzake het standpunt van de EU-lidstaten over OVSE-kwesties; benadrukt de noodzaak om op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies doeltreffende samenwerkingsmechanismen tussen de Parlementaire Assemblee van de OVSE en het Europees Parlement in te stellen om in bepaalde gevallen een aantal tekortkomingen te verhelpen;
33. fordert im Kontext einer formalen Vereinbarung zwischen der EU und der OSZE ernsthafte Überlegungen darüber, wie die EU mehr Verantwortung übernehmen und sich effizienter an der Verwirklichung gemeinsamer Ziele beteiligen kann, wobei die Implementierung eines Mechanismus des beständigen Dialogs, die Verabredung gemeinsamer Initiativen sowie die Koordinierung von Aktivitäten vor Ort hierfür geeignete Instrumente sein können; fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten sowie den Ständigen Rat der OSZE auf, gemeinsam einen Mechanismus zu entwickeln, mit dem die Zusammenarbeit, die Koordinierung und die Konsultationen zwischen den beiden Organisationen verbessert werden können; verweist auch in Anbetracht der Tatsache, dass durch Artikel 220 Absatz 1 AEUV die OSZE ausdrücklich zu den internationalen Organisationen hinzugefügt wurde, mit denen eine „zweckdienliche Zusammenarbeit“ hergestellt werden soll, mit Nachdruck darauf, dass die Vizepräsidentin/Hohe Vertreterin den Standpunkt der EU-Mitgliedstaaten zu OSZE-Angelegenheiten koordinieren muss; erachtet es als notwendig, auf dem Gebiet der Wahlbeobachtungsmissionen wirksame Mechanismen der Zusammenarbeit zwischen der Parlamentarischen Versammlung der OSZE und dem Europäischen Parlament zu schaffen, durch die einige Einschränkungen, zu denen es in bestimmten Fällen gekommen ist, überwunden werden können;