21. erkent dat de sector intensiever gebruik zou kunnen maken van financieringsregelingen van de Gemeenschap voor zover deze bijdragen aan de doelstellingen van publieke (burger- en gemeenschaps-) media, door de uitvoering van een aantal specifieke programma's, zoals het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds en het Europees Sociaal Fonds, alsook de mogelijkheid voor opleiding en scholing van journalisten door middel van bijvoorbeeld de programma's voor levenslang leren; benadrukt echter dat in beginsel de financiering uit nationale, lokale en/of andere bronnen moet komen;
21. stellt fest, dass die Bürgermedienmehr Gebrauch von den Finanzierungsmöglichkeiten der Europäischen Gemeinschaft im Rahmen bestimmter Programme, wie Regionalentwicklungsfonds und Europäischer Sozialfonds – sofern sie den Zielen dieser Medien dienlich sind – , sowie von den Möglichkeiten für die Aus- und Weiterbildung von Journalisten gemäß dem Programm für lebenslanges Lernen und anderen Programmen machen könnten; drängt jedoch darauf, dass die Finanzmittel hauptsächlich aus nationalen, lokalen und/oder sonstigen Quellen fließen müssen;