3. Uitgezonderd in de in artikel 8 bis bedoelde gevallen, deelt de houder van de vergunning alvorens de aanvraag in te dienen de Lid-Staat die de vergunning waarop de aanvraag is gebaseerd, heeft verleend, mee dat er overeenkomstig deze richtlijn een aanvraag zal worden ingediend en stelt hij de Lid-Staat van eventuele toevoegingen aan het oorspronkelijke dossier in kennis; deze Lid-Staat kan van de aanvrager alle gegevens en bescheiden verlangen die nodig zijn om te kunnen nagaan of de ingediende dossiers volledig gelijk zijn.
(3) Ausser in Fällen nach Artikel 8a teilt der Inhaber der Genehmigung vor Stellung des Antrags dem Mitgliedstaat, der die dem Antrag zugrunde liegende Genehmigung erteilt hat, mit, daß ein Antrag gemäß dieser Richtlinie gestellt wird, wobei er den betreffenden Mitgliedstaat über etwaige Ergänzungen zum ursprünglichen Dossier unterrichten muß. Dieser Mitgliedstaat kann von dem Antragsteller alle Angaben und Unterlagen anfordern, die es ihm ermöglichen, die Identität der eingereichten Dossiers zu überprüfen.