Bij zijn arrest nr. 29/99 van 3 maart 1999 heeft het Hof een beroep tot vernietiging van die bepaling verworpen, omdat het ging om een uitzonderlijke maatregel teneinde de gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep weg te werken en aangezien de wetgever de samenstelling van de aanvullende kamers bij de hoven van beroep met voldoende procedurele waarborgen had omringd.
Durch seinen Entscheid Nr. 29/99 vom 3. März 1999 hat der Gerichtshof eine Klage auf Nichtigerklärung dieser Bestimmung zurückgewiesen, weil es sich um eine Sondermaßnahme handelte, um den gerichtlichen Rückstand bei den Appellationshöfen aufzuarbeiten, und weil der Gesetzgeber die Zusammensetzung der zusätzlichen Kammern bei den Appellationshöfen mit ausreichenden Verfahrensgarantien verbunden hatte.