« Schendt artikel 75 van het decreet van 29 april 2011 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 mei 2011) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid en het beginsel van een goede rechtsbedeling, zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de
rechten van de mens alsook bij de artikelen 13 en 144 van de Grondwet en de bescherming van het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd bij artik
el 1 van het Eerste Aanvullend Protocol ...[+++] bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens alsook artikel 16 van de Grondwet, in zoverre die bepaling door het intrekken van artikel 33, wat betreft de in de Vlaamse Wooncode in te voegen bepalingen van artikel 30, § 1, tweede lid, over de rechtsopvolging van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant en van het Garantiefonds voor Huisvesting, en van artikel 36, wat betreft de in de Vlaamse Wooncode in te voegen bepalingen van artikel 33, § 1, tweede lid, 6°, 7°, en § 2, van het decreet van 24 maart 2006 houdende wijzigingen van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid, en bijgevolg tot gevolg heeft dat het :
« Verstösst Artikel 75 des Dekrets vom 29. April 2011 zur Abänderung verschiedener Dekrete über das Wohnungswesen (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 4. Mai 2011) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit und dem Grundsatz der geordneten Rechtspflege, verankert in A
rtikel 6 der Europäischen Menschrechtskonvention sowie in den Artikeln 13 und 144 der Verfassung, und dem Schutz des Eigentumsrechts, verankert in Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschrechtskonvention sowie in Artikel 16 der Verfassung, insofern diese Bestimmung durch die Rückgängigmachung
...[+++]von Artikel 33, was die in das flämische Wohngesetzbuch einzufügenden Bestimmungen von Artikel 30 § 1 Absatz 2 über die Rechtsnachfolge des ' Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant ' und des ' Garantiefonds voor Huisvesting ' betrifft, und von Artikel 36, was die in das flämische Wohngesetzbuch einzufügenden Bestimmungen von Artikel 33 § 1 Absatz 2 Nrn. 6 und 7 und § 2 des Dekrets vom 24. März 2006 zur Abänderung von Dekretsbestimmungen über das Wohnungswesen infolge der Verwaltungspolitik betrifft, demzufolge dazu führt, dass sie