Indien het zaad wegens een specifiek milieuprobleem niet in dat gebied kan worden geproduceerd, kunnen de lidstaten aanvullende zaadteeltgebieden goedkeuren, waarbij zij rekening houden met de informatie van voor plantaardige genetische hulpbronnen bevoegde instanties of van daartoe door de lidstaten erkende organisaties.
Kann das Saatgut in dieser Region aufgrund eines speziellen Umweltproblems nicht erzeugt werden, können die Mitgliedstaaten unter Berücksichtigung der Informationen von Seiten der für pflanzengenetische Ressourcen zuständigen Behörden oder anderer einschlägiger von den Mitgliedstaaten anerkannter Organisationen zusätzliche Regionen für die Saatguterzeugung zulassen.