36. verlangt - gelet op deze feiten - dat elke lidstaat één enkel nationaal ministerie als verantwoordelijke instantie voor het toezicht op de vooruitgang bij de verwezenlijking van de in de verordeningen 2064/1997 en 438/2001 voor elk afzonderlijk structuurfondsprogramma vastgelegde c
ontrolequote van 5% aanwijst; verlangt bovendien dat er maatregelen genomen worden om de controles in de lidstaten met de autonome regionale autoriteiten op een uniforme wijze te coördineren; wijst erop dat deze coördinatie het beste via de aanwezige coördinatie-instanties
...[+++] kan worden verwezenlijkt en dat deze instanties ook als basis voor zowel de informatie-uitwisseling tussen de regio's als voor de coördinatie en het doorgeven van alle informatie aan de Commissie kunnen dienen; 36. fordert angesichts dieser Erkenntnisse, dass jeder Mitgliedstaat ein einziges nationales Ministerium als verantwortliche Stelle zur Überwachung der Fortschritte bei der Erreichung der in den Verordnungen 2064/1997 und 438/2001 für jedes einzelne Strukturfondsprogramm festgelegten Kontroll
quote von 5% benennt; fordert ebenfalls die Ergreifung von Maßnahmen, um die Kontrollen in Mitgliedstaaten mit autonomen Regionalbehörden in einer einheitlichen Weise zu koordinieren; schlägt vor, dass diese Koordinierung am besten durch die vorhandenen Koordinierungsstellen erreicht werden kann und dass diese Stellen auch als Basis für sowohl den
...[+++]Informationsaustausch zwischen den Regionen als auch für die Koordination und Weitergabe von allen Informationen an die Kommission dienen können;