Traduction de «aanzetten tot religieuze haat » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

aanzetten tot haat wegens godsdienst | aanzetten tot religieuze haat
Anstiftung zu Religionshass | Aufstachelung zu Religionshass | Aufstachelung zum religiösen Hass

aanzetten tot haat | aanzetting tot haat
Anstiftung zu Hass | Aufstachelung zum Hass

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Overige informatie: a) een van de leiders van de Islamic Jihad Group; b) heeft in Al-Qa‘ida-kampen een speciale opleiding gevolgd inzake mijnen en springstoffen; c) heeft deelgenomen aan militaire operaties in Afghanistan en Pakistan aan de kant van de Taliban; d) was een van de organisatoren van de terroristische aanslagen van 1999 en 2004 in Oezbekistan; e) tegen hem is in maart 1999 een strafrechtelijke procedure aangespannen wegens schending van de volgende artikelen van het Oezbeekse Wetboek van strafrecht: artikel 154 (Huurlingen), artikel 155 (Terrorisme), artikel 156 (Aanzetten tot etnische haat, rassenhaat of religieuze haat), artikel 159 (Poging tot omverwerping van de constitutionele orde van de Republiek Oezbekistan), artikel 242 (Oprichting van een criminele vereniging) en artikel 244 (Niet-aangifte van strafbare feiten of het verbergen daarvan); f) tegen hem is een arrestatiebevel uitgevaardigd”. op de lijst “Natuurlijke personen” wordt vervangen door:
Weitere Angaben: (a) einer der Anführer der „Islamic Jihad Group“; (b) hat in Al-Qaida-Lagern eine Spezialausbildung über Minen und Sprengstoffe absolviert; (c) war auf Seiten der Taliban an Militäroperationen in Afghanistan und Pakistan beteiligt; (d) war einer der Organisatoren der 1999 und 2004 in Usbekistan verübten Terroranschläge; (e) im März 1999 wurden gegen ihn Strafverfahren im Einklang mit den folgenden Artikeln des Strafgesetzbuches der Republik Usbekistan eingeleitet: Artikel 154 (Söldnertum), 155 (Terrorismus), 156 (Aufstachelung zu ethnischem, rassischem oder religiösem Hass), 159 (Angriffe auf die verfassungsrechtliche Ordnung der Republik Usbekistan), 242 (Bildung einer kriminellen Vereinigung) und 244 (Nichtanzeige einer Straftat oder Verdeckung einer Straftat); (f) gegen ihn wurde Haftbefehl erlassen.“ unter „Natürliche Personen“ erhält folgende Fassung:

Overige informatie: a) een van de leiders van de Islamic Jihad Group; b) heeft in Al-Qa‘ida-kampen een speciale opleiding gevolgd inzake mijnen en springstoffen; c) heeft deelgenomen aan militaire operaties in Afghanistan en Pakistan aan de kant van de Taliban; d) was een van de organisatoren van de terroristische aanslagen van 1999 en 2004 in Oezbekistan; e) tegen hem is in maart 1999 een strafrechtelijke procedure aangespannen wegens schending van de volgende artikelen van het Oezbeekse Wetboek van strafrecht: artikel 154 (Huurlingen), artikel 155 (Terrorisme), artikel 156 (Aanzetten tot etnische haat, rassenhaat of religieuze haat), artikel 159 (Poging tot omverwerping van de constitutionele orde van de Republiek Oezbekistan), artikel 242 (Oprichting van een criminele vereniging) en artikel 244 (Niet-aangifte van strafbare feiten of het verbergen daarvan); f) tegen hem is een arrestatiebevel uitgevaardigd”.
Weitere Angaben: (a) einer der Anführer der ‚Islamic Jihad Group‘; (b) hat in Al-Qaida-Lagern eine Spezialausbildung über Minen und Sprengstoffe absolviert; (c) war auf Seiten der Taliban an Militäroperationen in Afghanistan und Pakistan beteiligt; (d) war einer der Organisatoren der 1999 und 2004 in Usbekistan verübten Terroranschläge; (e) im März 1999 wurden gegen ihn Strafverfahren im Einklang mit den folgenden Artikeln des Strafgesetzbuches der Republik Usbekistan eingeleitet: Artikel 154 (Söldnertum), 155 (Terrorismus), 156 (Aufstachelung zu ethnischem, rassischem oder religiösem Hass), 159 (Angriffe auf die verfassungsrechtliche Ordnung der Republik Usbekistan), 242 (Bildung einer kriminellen Vereinigung) und 244 (Nichtanzeige einer Straftat oder Verdeckung einer Straftat); (f) gegen ihn wurde Haftbefehl erlassen.“

In heel Afrika, van Mali in het westen tot Somalië in het oosten, langs het noorden van Nigeria, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Sudan, zitten miljoenen burgers gevangen in een conflict dat deels wordt aangedreven door etnische en religieuze haat.
Quer über Afrika zieht sich von Mali im Westen bis Somalia im Osten ein gewaltiges Krisengebiet, das den Norden Nigerias, die Zentralafrikanische Republik und Südsudan einschließt. Millionen von Zivilisten werden so zwangsweise in Konflikte hineingezogen, die zum Teil durch ethnischen und religiösen Hass geschürt werden.

Het kaderbesluit verplicht de lidstaten van de EU tot het bestraffen van haatzaaiende uitlatingen, d.w.z. het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat op grond van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming dan wel nationale of etnische afkomst, alsook door haat ingegeven misdrijven met racistische of xenofobe motieven.
Mit dem Rahmenbeschluss werden die EU-Mitgliedsstaaten verpflichtet, Hassreden – d. h. den öffentlichen Aufruf zu Gewalt und Hass aufgrund der Rasse, der Hautfarbe, der Religion, der Abstammung oder der nationalen oder ethnischen Herkunft – sowie Hassdelikte, die rassistisch oder fremdenfeindlich motiviert sind, strafrechtlich zu verfolgen.

Op grond van de richtlijn audiovisuele mediadiensten moeten lidstaten ervoor zorgen dat audiovisuele mediadiensten die onder hun jurisdictie worden aangeboden, niet aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit.
Gemäß der Richtlinie über audiovisuelle Mediendienste müssen die Mitgliedsstaaten dafür sorgen, dass unter ihre Rechtshoheit fallende audiovisuelle Mediendienste nicht zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Staatsangehörigkeit aufrufen.

artikel 6 van de richtlijn audiovisuele mediadiensten bepaalt dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat mediadiensten van aanbieders die onder hun bevoegdheid vallen, niet aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit.
Laut Artikel 6 dieser Richtlinie sorgen die Mitgliedsstaaten mit angemessenen Mitteln dafür, dass die audiovisuellen Mediendienste, die von den ihrer Rechtshoheit unterworfenen Mediendiensteanbietern bereitgestellt werden, nicht zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Staatsangehörigkeit aufstacheln.

de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst of overtuiging, inclusief via maatregelen voor het uitbannen van alle vormen van haat, onverdraagzaamheid en discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging en via het aanmoedigen van verdraagzaamheid en de eerbiediging van religieuze en culturele diversiteit binnen en tussen samenlevingen.
die Gedanken-, Gewissens- und Religions- bzw. Glaubensfreiheit, einschließlich durch Maßnahmen zur Beseitigung jeder Form von Hass, Intoleranz und Diskriminierung aufgrund der Religion oder Weltanschauung und durch Unterstützung von Toleranz und Achtung der religiösen und kulturellen Vielfalt innerhalb der Gesellschaften und zwischen ihnen.

NL, FI en UK hebben rechterlijke beslissingen voorgelegd met veroordeling van het bagatelliseren, vergoelijken en ontkennen van de Holocaust, op basis van de strafbaarstelling van respectievelijk het aanzetten tot haat, etnische agitatie en het aanwakkeren van haat.
NL, FI und UK haben Urteile für Fälle der Verharmlosung, Billigung und Leugnung des Holocaust übermittelt, die sich auf strafrechtliche Bestimmungen stützen, die Aufstachelung, ethnische Aufhetzung oder Anstiftung zu Hass unter Strafe stellen.

Twaalf lidstaten (BE, DE, EL, FR, HR, CY, LT, LU, MT, AT, PT en SK) vermelden overeenkomstig het kaderbesluit expliciet groepen en individuele leden; in NL is het aanzetten tot haat gericht tegen personen, terwijl het aanzetten tot geweld gericht is tegen een persoon.
Zwölf Mitgliedstaaten (BE, DE, EL, FR, HR, CY, LT, LU, MT, AT, PT und SK) nennen wie im Rahmenbeschluss ausdrücklich Gruppen und einzelne Mitglieder; in NL ist die Aufstachelung zu Hass gegen Personen gerichtet, während die Aufstachelung zu Gewalt gegen eine Person gerichtet ist.

VEROORDELEN met de grootste kracht alle vormen van racisme, vreemde- lingenhaat en antisemitisme, specifieke schendingen van de rechten van het individu alsmede godsdienstige onverdraagzaamheid, met name op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken ; 2. NEMEN NOTA VAN de bij herhaling door het Europees Parlement geuite verontrusting over het groeiend aantal racistische geweldplegingen in veel Europese landen en de toeneming van electorale propaganda die vreemdelingenhaat instigeert in sommige landen van Europa ; 3. ERKENNEN dat het van groot belang is dat op het niveau van de Europese Unie en de Lid-Staten - in het kader van hun respectieve bevoegdheden - op sociaal gebied beleidsmaatregelen op basis van de beginselen van non-discriminatie en gelijke kansen worden getroffen als bijdrage tot de gemeenschappelijke strijd tegen racisme en vreemdelingenhaat ; 4. NEMEN er met belangstelling nota van dat de Raad momenteel maatregelen bestudeert waarbij wordt gestreefd naar a) het in het nationaal recht van de Lid-Staten strafbaar stellen van het aanzetten tot discriminatie, geweld en haat op raciale of religieuze gronden ; b) de onderlinge aanpassing van de justitiële en bestuursrechtelijke praktijken van de Lid-Staten bij de bestrijding van de aangeklaagde feiten ; c) het verbeteren van de internationale samenwerking op dit gebied, meer bepaald wat betreft de controle op en de grensoverschrijdende verspreiding van elke vorm van racistisch materiaal.
VERURTEILEN aufs schärfste Rassismus, Fremdenfeindlichkeit und Antisemitismus in all ihren Formen, die offenkundige Verletzung der Persönlichkeitsrechte sowie die Intoleranz aus religiösen Gründen, insbesondere im Beschäftigungs- und Sozialbereich; 2. NEHMEN ZUR KENNTNIS, daß das Europäische Parlament wiederholt seine Besorgnis darüber zum Ausdruck gebracht hat, daß rassistische Gewaltakte in zahlreichen Ländern Europas zunehmen und die Wahlpropaganda in einigen dieser Länder verstärkt an fremdenfeindliche Gefühle appelliert; 3. ERKENNEN AN, wie wichtig es ist, daß auf der Ebene der Europäischen Union und der Mitgliedstaaten - im Rahmen ihrer jeweiligen Zuständigkeiten - in der Sozialpolitik eine auf dem Grundsatz der Nichtdiskriminierung und der Chancengleichheit beruhende Politik als Beitrag zur gemeinsamen Bekämpfung von Rassismus und Fremdenfeindlich- keit betrieben wird; 4. VERMERKEN mit Interesse, daß der Rat gegenwärtig Maßnahmen prüft, die auf folgendes abzielen: a) jedwede Aufforderung zu Diskriminierung, Gewalt und rassistisch oder religiös motiviertem Haß im innerstaatlichen Recht der Mitglied- staaten als Straftat einzustufen; b) die Gerichts- und Verwaltungspraktiken der Mitgliedstaaten zur Bekämpfung der als Straftat eingestuften Verhalten einander anzunähern; c) die internationale Zusammenarbeit auf diesem Gebiet, und zwar konkret in bezug auf die Kontrolle rassistischen Materials jeglicher Art und seiner grenzüberschreitenden Verbreitung, zu verbessern.