Al komt het aan de bevoegde wetgever toe om de uitoefeningsvoorwaarden van het recht op arbeid en het recht op billijke arbeidsvoorwaarden nader te bepalen, toch vermag hij niet zonder noodzaak beperkingen ten aanzien van bepaalde categorieën van personen in te voeren, noch beperkingen waarvan de gevolgen onevenredig zijn met het nagestreefde doel.
Es obliegt zwar dem zuständigen Gesetzgeber, die Bedingungen für die Ausübung des Rechtes auf Arbeit und des Rechtes auf gerechte Arbeitsbedingungen zu präzisieren, doch er darf nicht ohne Notwendigkeit Einschränkungen in Bezug auf gewisse Kategorien von Personen einführen, und ebenfalls keine Einschränkungen auferlegen, deren Auswirkungen gegenüber dem angestrebten Ziel unverhältnismäßig wären.