20. merkt op dat met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van het regionale ontwikkelingsbeleid en een duurzame ruimtelijke ontwikkelingsstrategie moet worden gezorgd voor een evenwicht tussen maatregelen die betrekking hebben op stedelijke, voorstedelijke en landelijke gebieden en bijgevolg invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de regionale cohesie; wijst nogmaals op het feit dat beleid voor land
elijke ontwikkeling aanzienlijke ruimtelijke implicaties heeft en dat er onvoldoende integratie bestaat van beleid voor stedelijke ontwikkeling en beleid voor landelijke ontwikkeling; onderstreept de noodzaak van een werkelijk synergis
...[+++]me van stedelijk en landelijk beleid, culminerend in werkelijk ontwikkelingspotentieel en de bevordering van de aantrekkingskracht en concurrentiekracht van landelijke gebieden; verzoekt de lidstaten en regio's het instrument van partnerschappen tussen stad en platteland toe te passen om het doel van een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling te verwezenlijken; 20. bemerkt, dass die angemessene Umsetzung der Politik der regionalen Entwicklung sowie eine nachhaltige Raumentwicklungsstrategie ein ausgewogenes Verhältnis von Maßnahmen für städtische Gebiete, Stadtrandgebiete und ländliche Gebiete erfordern und deshalb die Entwicklung eines echten regionalen Zusammenhalts beeinflussen, und verweist erneut auf die Tatsache, dass die Politik für die Entwicklung des l
ändlichen Raums eine erhebliche räumliche Wirkung entfaltet und dass die Maßnahmen im Bereich der Stadtentwicklung und der ländlichen Entwicklung nicht ausreichend integriert sind; unterstreicht, dass echte Synergien zwischen diesen Poli
...[+++]tikbereichen geschaffen werden müssen, wobei es letztlich darum geht, tatsächlich ein Entwicklungspotenzial zu schaffen und die Attraktivität und Wettbewerbsfähigkeit der Gebiete zu fördern; fordert die Mitgliedstaaten und Regionen auf, das Instrument der Stadt-Land-Partnerschaften zu nutzen, um das Ziel der ausgewogenen räumlichen Entwicklung zu erreichen;