4. Voor de toepassing van lid 3 worden de abi’s die door de abi-beheerder worden beheerd, met inbegrip van de abi’s waarvoor de abi-beheerder een of meer taken overeenkomstig artikel 20 heeft gedelegeerd, maar met uitzondering van de abi-portefeuilles die aan de abi-beheerder zijn gedelegeerd, geacht de portefeuilles van de abi-beheerder te zijn.
(4) Für die Zwecke des Absatzes 3 gelten die vom AIFM verwalteten AIF, einschließlich AIF, für die der AIFM gemäß Artikel 20 Funktionen an Dritte übertragen hat, jedoch mit Ausnahme von AIF-Portfolios, die der AIFM im Auftrag Dritter verwaltet, als die Portfolios des AIFM.