20. is bovendien van mening dat de Europese dialoog de constitutionele crisis alleen zal overwinnen wanneer daarbij niet slechts de verschillende EU-instellingen, maar ook de nationale en regionale parlementen, lokale overheden, de politieke partijen, de sociale partners, de burgermaatschappij, de academische wereld en de media worden betrokken; hecht in dit verband bijzondere waarde aan praktische bijdragen van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's;
20. ist ferner der Auffassung, dass durch den europäischen Dialog die Verfassungskrise nur überwunden werden kann, wenn daran nicht nur alle EU-Institutionen, sondern auch die nationalen und regionalen Parlamente, die Gebietskörperschaften, die politischen Parteien, die Sozialpartner, die Zivilgesellschaft, die Wissenschaft und die Medien beteiligt sind; legt in diesem Zusammenhang besonderen Wert auf praktische Beiträge des Europäischen Wirtschafts- und Sozialausschusses sowie des Ausschusses der Regionen;