1. De uit hoofde van doelstelling 1 ingediende plannen moeten opgesteld worden op het geografische niveau dat de betrokken lidstaat het meest geschikt acht, maar moeten in de regel een regio van het niveau NUTS II bestrijken. De lidstaten kunnen evenwel een algemeen ontwikkelingsplan dat betrekking heeft op sommige of alle van hun in de in artikel 3, lid 2, artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 4, bedoelde lijst opgenomen regio's indienen, mits dit plan de in artikel 16 bedoelde elementen bevat.
(1) Die im Rahmen von Ziel 1 eingereichten Pläne sind auf die geographische Ebene abzustellen, die von dem betreffenden Mitgliedstaat als die angemessenste erachtet wird; sie beziehen sich jedoch in der Regel auf eine Region der Ebene NUTS II. Die Mitgliedstaaten können jedoch einen globalen Entwicklungsplan für einige oder alle ihre Regionen vorlegen, die in dem Verzeichnis gemäß Artikel 3 Absatz 2, Artikel 6 Absatz 1 und in Artikel 7 Absatz 4 aufgeführt sind, sofern dieser Plan die Einzelheiten gemäß Artikel 16 enthält.