1. Wanneer de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn om de verliezen, kosten of andere uitgaven als gevolg van het beroep op de financieringsregeling te dekken, dragen de lidstaten er zorg voor dat buitengewone achteraf te betalen bijdragen kunnen worden geïnd bij de instellingen waaraan op hun grondgebied vergunning is verleend. Het bedrag ter dekking van de buitengewone achteraf te betalen bijdragen wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteit tot een door het bevoegde ministerie vastgesteld maximum ter dekking van de extra bedragen.
1. Reichen die verfügbaren Finanzmittel nicht aus, um Verluste, Kosten und sonstige Aufwendungen im Zusammenhang mit der Nutzung der Finanzierungsmechanismen zu decken, stellen die Mitgliedstaaten sicher, dass von den in ihrem Hoheitsgebiet zugelassenen Instituten außerordentliche nachträgliche Beiträge erhoben werden. Die Höhe der außerordentlichen nachträglichen Beiträge wird von der zuständigen Behörde anhand einer Obergrenze bestimmt, die das zuständige Ministerium festlegt, damit zusätzliche Aufwendungen gedeckt werden.