Voorts staat het, enerzijds, elke partij vrij al dan niet een beroep te doen op een advocaat, wiens tussenkomst om te pleiten en om een partij te vertegenwoordigen de regel is waarop artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek een uitzondering formuleert, en kan, anderzijds, niet ervan worden uitgegaan dat een werknemer die zich voor de arbeidsgerechten laat vertegenwoordigen door een vakbondsafgevaardigde die in deze aangelegenheid doorgaans gespecialiseerd is, wat betreft de kans om in het gelijk te worden gesteld in een mindere positie zou staan dan een partij die zich aldaar laat bijstaan door een advocaat.
Ferner steht es einerseits jeder Partei frei, sich an einen Rechtsanwalt zu wenden oder nicht, dessen Auftreten zum Plädieren und zur Vertretung einer Partei die Regel ist, von der Artikel 728 § 3 des Gerichtsgesetzbuches eine Ausnahme vorsieht, und kann andererseits nicht davon ausgegangen werden, dass ein Arbeitnehmer, der sich vor den Arbeitsgerichten von einem Gewerkschaftsdelegierten vertreten lässt, der im Allgemeinen auf solche Angelegenheiten spezialisiert ist, sich hinsichtlich der Erfolgschancen in einer schwächeren Position befände als eine Partei, die sich dort von einem Rechtsanwalt beistehen lässt.