Uit het laatste lid van artikel 1bis van de Woninghuurwet leiden de verzoekende partijen af dat, ingevolge het bestreden artikel 98 van de wet van 25 april 2007, de Woninghuurwet vanaf 15 juni 2007 ook van toepassing zou zijn op de bestaande mondelinge huurovereenkomsten, terwijl een vóór die laatste datum afgesloten schriftelijke huurovereenkomst met betrekking tot een studentenkamer verder beheerst zou blijven door het gemeen recht.
Die klagenden Parteien leiten aus dem letzten Absatz von Artikel 1bis des Gesetzes über die Mietverträge ab, dass durch die Wirkung des angefochtenen Artikels 98 des Gesetzes vom 25. April 2007 das Gesetz über die Mietverträge ebenfalls ab dem 15. Juni 2007 auf bestehende mündliche Mietverträge Anwendung finde, während ein schriftlicher Mietvertrag in Bezug auf eine Studentenwohnung, der vor diesem Datum geschlossen worden sei, weiterhin dem allgemeinen Recht unterliege.