1. Indien in het kader van een lopend opsporingsonderzoek of strafrechtelijke procedure in verband met het begaan van strafbare feiten, geen DNA-profiel beschikbaar is van een bepaalde persoon die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben begaan en die zich op het grondgebied van een aangezochte lidstaat bevindt, verleent de aangezochte lidstaat rechtshulp door het afnemen en onderzoeken van celmateriaal van deze persoon evenals door verstrekking van het verkregen DNA-profiel, indien:
(1) Liegt im Zuge eines laufenden Ermittlungs- oder Strafverfahrens im Zusammenhang mit der Verübung von Straftaten kein DNA-Profil einer im Hoheitsgebiet eines ersuchten Mitgliedstaats aufhältigen bestimmten Person vor, die verdächtigt wird, eine Straftat verübt zu haben, so leistet der ersuchte Mitgliedstaat Rechtshilfe durch die Gewinnung und Untersuchung molekulargenetischen Materials von dieser Person sowie durch die Übermittlung des gewonnenen DNA-Profils, wenn