Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Adoptieve afstamming
Afstamming
Afstamming die niet is vastgesteld
Afstamming door adoptie
Band van afstamming
Biologische afstamming
Biologische vader
Familierechtelijke betrekking door adoptie
Getuigschrift in verband met de afstamming
Legitimatie
Natuurlijke afstamming
Onbekende afstamming
Onwettige afstamming
Wettige afstamming
Wettiging

Vertaling van "afstamming opeist " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
afstamming [ biologische vader | legitimatie | natuurlijke afstamming | onwettige afstamming | wettige afstamming | wettiging ]

biologische Abstammung [ Anerkennung der Vaterschaft | biologische Vaterschaft | eheliche Abstammung | Ehelicherklärung | nicht eheliche Abstammung | Vaterschaftserklärung ]


adoptieve afstamming | afstamming door adoptie | familierechtelijke betrekking door adoptie

Adoptivkindschaft | Adoptivkindschaftsverhältnis


afstamming die niet is vastgesteld | onbekende afstamming

nicht ermittelbarer Familienstand | nicht feststellbarer Personenstand | unbekannte Abstammung | ungeklärte Abstammung | ungewisser Personenstand


biologische afstamming | natuurlijke afstamming

biologische bzw. natürliche Abstammung




getuigschrift in verband met de afstamming

Abstammungsbescheinigung


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 165/2013 vom 5. Dezember 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.

Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.


De termijn van een jaar binnen welke de vordering van de vader, de moeder of de persoon die het kind heeft erkend en van de persoon die de afstamming opeist, dient te worden ingesteld, werd ingevoerd bij de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, en werd door de wetgever verantwoord door het feit dat het onontbeerlijk zou zijn de mogelijkheid tot betwisting van het vaderschap te beperken in de tijd, teneinde de afstammingsband veilig te stellen.

Die Frist von einem Jahr, innerhalb deren die Klage des Vaters, der Mutter oder der Person, die das Kind anerkannt hat, und der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, eingereicht werden muss, wurde durch das Gesetz vom 1. Juli 2006 « zur Abänderung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches mit Bezug auf die Feststellung der Abstammung und deren Wirkungen » eingeführt und vom Gesetzgeber dadurch gerechtfertigt, dass es unerlässlich wäre, die Möglichkeit zur Anfechtung der Vaterschaft zeitlich zu begrenzen, um das Abstammungsverhältnis sicherz ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De voormelde arresten hebben betrekking op de termijn van één jaar wanneer de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning wordt ingesteld door de persoon die de afstamming opeist of door de persoon die het kind heeft erkend, maar niet wanneer zulk een vordering door het kind wordt ingesteld.

Die vorerwähnten Entscheide beziehen sich auf die einjährige Frist, wenn die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, oder von der Person, die das Kind anerkannt hat, eingereicht wird, nicht aber in dem Fall, dass eine solche Klage vom Kind eingereicht wird.


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 165/2013 vom 5. Dezember 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Indien de termijn waarover de persoon die de afstamming opeist, beschikt om een erkenning te betwisten, zou aanvangen op het moment van de opmaak van de erkenningsakte, ongeacht het tijdstip waarop de persoon die de afstamming opeist, kennis heeft genomen van de erkenning, kan hij in voorkomend geval worden geconfronteerd met een termijn waaraan hij onmogelijk kan voldoen.

Wenn die Frist, über die die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, verfügt, um eine Anerkennung anzufechten, zum Zeitpunkt der Abfassung der Anerkennungsurkunde einsetzen würde, ungeachtet des Zeitpunkts, zu dem die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, die Anerkennung zur Kenntnis genommen hat, kann sie vorkommendenfalls mit einer Frist konfrontiert werden, die sie unmöglich einhalten kann.


Artikel 25, § 1, van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin vermelde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.

Artikel 25 § 1 des Gesetzes vom 1. Juli 2006 zur Abänderung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches mit Bezug auf die Feststellung der Abstammung und deren Wirkungen verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Ausschlussfrist, die in dieser Bestimmung für die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, festgelegt ist, einsetzen kann, bevor sie die Tatsache zur Kenntnis nehmen konnte, dass die fragliche Anerkennung stattgefunden hat.


Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist voor de familierechtbank door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, de man die het vaderschap van het kind opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist.

Außer wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Ehemannes hat, kann die Vaterschaftsvermutung von der Mutter, dem Kind, dem Mann, hinsichtlich dessen die Abstammung feststeht, dem Mann, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, und der Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, vor dem Familiengericht angefochten werden.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'afstamming opeist' ->

Date index: 2025-01-23
w