Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "aftrekbare forfaitaire beroepskosten bedoeld " (Nederlands → Duits) :

Door de aftrekbare forfaitaire beroepskosten bedoeld in artikel 51 van het WIB 1992 te verhogen, kunnen de bestreden artikelen 2 tot 4 derhalve niet de situatie betreffen van een pensioengerechtigde, voor wie het WIB 1992 niet heeft voorzien in een forfaitair bedrag van aftrekbare beroepskosten, daar die aftrek per definitie verbonden is met de uitoefening van een beroepsactiviteit.

Durch die Erhöhung der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten im Sinne von Artikel 51 des EStGB 1992 können die angefochtenen Artikel 2 bis 4 folglich nicht die Situation eines Pensionsempfängers betreffen, für den im EStGB 1992 kein Pauschalbetrag der abzugsfähigen Werbungskosten vorgesehen ist, denn dieser Abzug ist per definitionem mit der Ausübung einer Berufstätigkeit verbunden.


Door de berekening van de aftrekbare forfaitaire beroepskosten bedoeld in artikel 51 van het WIB 1992 te wijzigen, kunnen de bestreden artikelen 139 tot 141 derhalve niet de situatie betreffen van een pensioengerechtigde, voor wie het WIB 1992 niet heeft voorzien in een forfaitair bedrag van aftrekbare beroepskosten, daar die aftrek per definitie verbonden is met de uitoefening van een beroepsactiviteit.

Durch die Änderung der Berechnung der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten im Sinne von Artikel 51 des EStGB 1992 können die angefochtenen Artikel 139 bis 141 folglich nicht die Situation eines Pensionsempfängers betreffen, für den im EStGB 1992 kein Pauschalbetrag der abzugsfähigen Werbungskosten vorgesehen ist, denn dieser Abzug ist per definitionem mit der Ausübung einer Berufstätigkeit verbunden.


Krachtens artikel 139 van de wet van 26 december 2015 is artikel 3 van de programmawet van 19 december 2014, dat het bedrag van de aftrekbare forfaitaire beroepskosten wijzigde, van toepassing op de bezoldigingen van werknemers die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2016, ingetrokken.

Aufgrund von Artikel 139 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 wurde Artikel 3 des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014, der den Betrag der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten geändert hat, der auf die Entlohnungen von Arbeitnehmern anwendbar ist, die ab dem 1. Januar 2016 gezahlt oder zuerkannt werden, zurückgezogen.


De artikelen 139 tot 141 van de wet van 26 december 2015 wijzigen het bedrag van de aftrekbare forfaitaire beroepskosten.

Durch die Artikel 139 bis 141 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 wird der Betrag der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten geändert.


Artikel 140 van de wet van 26 december 2015 wijzigt het bedrag van de aftrekbare forfaitaire beroepskosten dat van toepassing is op de bezoldigingen van werknemers die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2016.

Durch Artikel 140 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 wird der Betrag der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten, der auf die Entlohnungen von Arbeitnehmern anwendbar ist, die ab dem 1. Januar 2016 gezahlt oder zuerkannt werden, geändert.


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB 92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondw ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 198 § 1 Nr. 10 des EStGB 1992 in Verbindung mit Artikel 307 § 1 Absatz ...[+++]


De wetgever is redelijkerwijs ook ervan kunnen uitgaan dat de bedrijfsleiders, de genieters van winsten en de genieters van bezoldigingen en baten die hun beroepskosten verantwoorden en boven de forfaitaire maxima per inkomensschijf of zelfs boven het in artikel 51, derde lid, vastgestelde absolute maximum van aftrekbare forfaitaire beroepskosten uitstijgen, niet op dezelfde wijze nood hebben aan een stimulus die beantwoordt aan de in B.13 aangegeven doelstellingen.

Der Gesetzgeber konnte vernünftigerweise auch davon ausgehen, dass die Unternehmensleiter, die Empfänger von Gewinnen und die Empfänger von Entlohnungen und Profiten, die ihre Werbungskosten nachweisen und die pauschalen Höchstbeträge pro Einkommensteilbetrag oder sogar das in Artikel 51 Absatz 3 festgelegte absolute Maximum der abzugsfähigen pauschalen Werbungskosten übersteigen, nicht in gleichem Masse einen Anreiz im Sinne der in B.13 angeführten Zielsetzungen benötigen.


Bij het voormelde artikel 8 werd artikel 198 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gewijzigd in die zin dat - vanaf het aanslagjaar 2004 - « de gewestelijke belastingen, heffingen en retributies andere dan deze bedoeld in artikel 3 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsmede de verhogingen, vermeerderingen, kosten en nalatigheidsinteresten met betrekking tot deze niet-aftrekbare belastingen, heffingen en retributies » niet langer als ...[+++]

Durch den vorerwähnten Artikel 8 wurde Artikel 198 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in dem Sinne abgeändert, dass - ab dem Steuerjahr 2004 - « andere als in Artikel 3 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen erwähnte Regionalsteuern, -abgaben und -gebühren und Zuschläge, Erhöhungen, Kosten und Verzugszinsen in Bezug auf diese nicht abzugsfähigen Steuern, Abgaben und Gebühren » nicht mehr als Werbungskosten in der Gesellschaftssteuer abgezogen werden können.


« Met betrekking tot andere bezoldigingen en baten dan vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen of baten, worden de beroepskosten, de in artikel 52, 7° en 8°, bedoelde bijdragen en sommen uitgezonderd, bij gebrek aan bewijzen forfaitair bepaald op percentages van het brutobedrag van die inkomsten, vooraf verminderd met voormelde bijdragen.

« In Bezug auf Entlohnungen und Profite, die keine Entschädigungen sind, die als vollständige Entschädigung oder Teilentschädigung für einen zeitweiligen Lohn- oder Profitausfall bezogen werden, werden Werbungskosten ausschliesslich der in Artikel 52 Nr. 7 und 8 erwähnten Beiträge und Summen in Ermangelung von Beweisen pauschal auf Prozentsätze des Bruttobetrags dieser Einkünfte, die zuvor um diese Beiträge verringert wurden, festgelegt.


Rekening houdend met de algemene fiscale bevoegdheid die overeenkomstig artikel 170, §§ 1 en 2, van de Grondwet aan de daarin genoemde overheden toekomt, staat het de federale wetgever in principe vrij de modaliteiten te bepalen voor de berekening van de belastbare grondslag van de federale vennootschapsbelasting en dus te bepalen dat de bedoelde gewestbelastingen niet langer als aftrekbare beroepskosten kunnen worden beschouwd.

Unter Berücksichtigung der allgemeinen Steuerbefugnis, die gemäss Artikel 170 §§ 1 und 2 der Verfassung den darin angeführten Obrigkeiten zukommt, steht es dem föderalen Gesetzgeber grundsätzlich frei, die Modalitäten zur Berechnung der Erhebungsgrundlage der föderalen Körperschaftsteuer festzulegen und somit zu bestimmen, dass die betreffenden Regionalsteuern nicht mehr als abzugsfähige Berufsaufwendungen anzusehen sind.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'aftrekbare forfaitaire beroepskosten bedoeld' ->

Date index: 2024-11-18
w