Artikel 66 van de in het geding zijnde wet liet het aan de Koning over om de lijst aan te passen met uitzonderingen die erin waren vervat, die enkel ertoe strekten voor een beperkte duur en in afwachting van het aannemen van een koninklijk besluit de van vroegere wetgevingen geërfde afwijkingen van het verbod van zondagsarbeid te behouden (Parl. St., Kamer, 1969-1970, nr. 556/7, p. 4; Parl. St., Senaat, 1970-1971, nr. 272, p. 22).
Artikel 66 des fraglichen Gesetzes überliess es dem König, die Liste der darin enthaltenen Ausnahmen anzupassen, die nur dazu dienten, während einer begrenzten Dauer und in Erwartung der Annahme eines königlichen Erlasses Abweichungen vom Verbot der Sonntagsarbeit, die aus vorherigen Gesetzgebungen übernommen worden waren, aufrechtzuerhalten (Parl. Dok., Kammer, 1969-1970, Nr. 556/7, S. 4; Parl. Dok., Senat, 1970-1971, Nr. 272, S. 22).