4. De lidstaten zetten risicogeoriënteerde controleactiviteiten op, of nemen andere maatregelen om ervoor te zorgen, dat de afwijkingsbeslissing op grond van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2005/60/EG niet wordt misbruikt voor het witwassen van geld of voor de financiering van terrorisme.
(4) Die Mitgliedstaaten ergreifen risikoabhängige Überwachungsmaßnahmen oder sonstige angemessene Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die mit den Entscheidungen auf der Grundlage von Artikel 2 Absatz 2 der Richtlinie 2005/60/EG gewährten Ausnahmen nicht zum Zwecke der Geldwäsche oder Terrorismusfinanzierung missbraucht werden.