Traduction de «afzonderlijke aanslagen gevestigd ingevolge » (Néerlandais → Allemand) :

Geen voorheffingen worden verrekend met de afzonderlijke aanslagen gevestigd ingevolge de artikelen 219 en 219bis ».
Kein Vorabzug wird auf die in Ausführung der Artikel 219 und 219bis festgelegten getrennten Steuern angerechnet ».

1° de vennootschapsbelasting, met inbegrip van de ingevolge artikel 219bis verschuldigde afzonderlijke aanslagen, de in mindering van de vennootschapsbelasting gestorte sommen, en de roerende voorheffing die de schuldenaar van het inkomen met miskenning van artikel 261 tot ontlasting van de verkrijger heeft gedragen, doch met uitzondering van de ingevolge artikel 219 verschuldigde afzonderlijke aanslag; ».
1. die Gesellschaftssteuer einschließlich der aufgrund von Artikel 219bis geschuldeten getrennten Steuern, Summen, die auf die Gesellschaftssteuer vorausgezahlt werden, und den Mobiliensteuervorabzug, den der Schuldner des Einkommens unter Missachtung von Artikel 261 zur Entlastung des Empfängers zahlt, jedoch ausschließlich der aufgrund von Artikel 219 geschuldeten getrennten Steuer ».

1° de vennootschapsbelasting, met inbegrip van de ingevolge de artikelen 219bis en 219ter verschuldigde afzonderlijke aanslagen, de in mindering van de vennootschapsbelasting gestorte sommen, en de roerende voorheffing die de schuldenaar van het inkomen met miskenning van artikel 261 tot ontlasting van de verkrijger heeft gedragen, doch met uitzondering van de ingevolge artikel 219 verschuldigde afzonderlijke aanslag ».
1. die Gesellschaftssteuer einschließlich der aufgrund der Artikel 219bis und 219ter geschuldeten getrennten Steuern, der Summen, die auf die Gesellschaftssteuer vorausgezahlt werden, und des Mobiliensteuervorabzugs, den der Schuldner des Einkommens unter Missachtung von Artikel 261 zur Entlastung des Empfängers trägt, jedoch ausschließlich der aufgrund von Artikel 219 geschuldeten getrennten Steuer ».

terwijl de koppels die een feitelijk gezin vormen en voor wie afzonderlijke aanslagen worden gevestigd, kunnen kiezen bij welke persoon de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste wordt aangerekend, zodat, wanneer de ene met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting belastingvrije inkomsten geniet die hoger liggen dan die van zijn partner, die laatstgenoemde het kind ten laste kan nemen, waardoor het verlies van dat fiscale voordeel wordt vermeden ?
während Paargemeinschaften, die eine eheähnliche Gemeinschaft bilden und bei denen getrennte Veranlagungen festgelegt werden, entscheiden können, auf wen der Zuschlag auf den Steuerfreibetrag für ein Kind zu Lasten angerechnet wird, wobei in dem Fall, dass einer der beiden in Anwendung eines Abkommens zur Vermeidung der Doppelbesteuerung steuerfreie Einkünfte bezieht, die höher sind als diejenigen seines Lebenspartners, das Kind zu Lasten des Letzteren gehen kann, so dass der Verlust dieses Steuervorteils vermieden wird?

« Schendt artikel 48, § 3, derde lid, van de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat geen moratoriumintresten worden toegekend ingeval van teruggave van belasting verleend ingevolge de ontheffing van de aanslagen gevestigd in strijd met de bepalingen van artikel 6 van deze wet ?
« Verstösst Artikel 48 § 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 4. Mai 1999 zur Festlegung verschiedener steuerrechtlicher Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem keine Steuerüberzahlungszinsen gewährt werden im Falle der Rückzahlung von Steuern infolge der Befreiung von den Veranlagungen, die im Widerspruch zu den Bestimmungen von Artikel 6 dieses Gesetzes festgelegt wurden?

Uit de voorgelegde feiten en de motivering van het verwijzingsarrest blijkt dat de prejudiciële vraag geen betrekking heeft op het verschil in behandeling dat zou voortvloeien uit artikel 48, § 3, derde lid, van de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen, naar luid waarvan geen enkele moratoriumintrest wordt toegekend in geval van teruggave van de belasting verleend ingevolge de ontheffing van de aanslagen gevestigd in strijd met de bepalingen van artikel 6 van die wet.
Aus den vorgelegten Fakten und der Begründung des Verweisungsurteils geht hervor, dass die präjudizielle Frage sich nicht auf den Behandlungsunterschied bezieht, der sich aus Artikel 48 § 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 4. Mai 1999 zur Festlegung verschiedener steuerrechtlicher Bestimmungen ergeben würde, wonach keine Steuerüberzahlungszinsen gewährt werden im Falle der Rückzahlung der Steuern infolge der Befreiung von den Veranlagungen, die im Widerspruch zu den Bestimmungen von Artikel 6 dieses Gesetzes festgelegt wurden.