1. Kredieten die overeenkomstig artikel 3, lid 2, niet onder de afzonderlijke juridische verbintenissen krachtens hoofdstuk II kunnen vallen, worden voor een bedrag van 146 344 644,50 euro toegewezen aan de regeling als bedoeld in artikel 1, lid 4, teneinde in samenwerking met financiële instellingen passende financieringsinstrumenten te ontwikkelen om een krachtige impuls aan projecten voor energie-efficiëntie en de exploitatie van hernieuwbare energiebronnen te geven.
1. Mittel in Höhe von 146 344 644,50 EUR, für die es aufgrund von Artikel 3 Absatz 2 keine rechtlichen Einzelverpflichtungen im Rahmen von Kapitel II geben kann, werden der in Artikel 1 Absatz 4 genannten Fazilität zugewiesen, und zwar zu dem Zweck, in Zusammenarbeit mit Finanzinstituten geeignete Finanzierungsinstrumente zu schaffen, um starke Anreize für Projekte im Bereich der Energieeffizienz und Projekte zur Nutzung erneuerbarer Energiequellen zu geben.