Daarbij werd ervan uitgegaan dat de steekproef gebaseerd diende te zijn op de grootste afzonderlijke producerende entiteiten in de Unie en binnen de groepen, terwijl ook rekening werd gehouden met een zekere geografische spreiding van de producenten in de Unie.
Man befand, dass sich die Stichprobe auf die größten Produktionseinheiten in der Union und innerhalb der Gruppen gründen sollte, wobei auch einer gewissen geografischen Streuung der Unionshersteller Rechnung zu tragen war.